“Een once in a lifetime opportunity”, noemde Erik Bruins Slot van Provincie Fryslân zijn betrokkenheid bij de Vismigratierivier. Tijdens een workshop werd deze toekomstige toevoeging aan de Afsluitdijk toegelicht door Bruins Slot en door Ben Griffioen van de universiteit in Wageningen.
De aanleg van de Afsluitdijk in 1932 was vanuit veiligheidsoogpunt en als zoetwaterbekken zeer nuttig. “Maar het betekende ook een ecologische ramp”, stelt Erik Bruins Slot. Op een getoonde luchtfoto is duidelijk het verschil te zien tussen de Waddenkant van de dijk en het IJsselmeer. De Waddenzee past zijn gangen aan de nieuwe situatie aan. “Al is de Waddenzee nu, bijna honderd jaar later nog steeds niet helemaal van de ingreep hersteld.” Het IJsselmeer echter is radicaal veranderd en daarmee ook de visstand. “Het is een dood systeem.” Door het nu zoete water en de barrière komen veel vissoorten er niet of nauwelijks meer voor en is het voor trekvissen moeilijk om naar en vooral – stroomopwaarts – van de Waddenzee te komen. Overigens zwemt een deel van de vissen die via de sluizen wel naar binnen komen vervolgens niet verder dan het IJselmeer, terwijl voor andere soorten de zee en het meer deel uitmaken van een groter leefgebied, in Nederland of tot in de Alpen.
Klaar voor uitvoering
Er is veel nagedacht en gerekend over een oplossing en inmiddels ligt er een plan voor de Vismigratierivier, naast de sluizen van Kornwerderzand. “Klaar voor uitvoering!”zegt Erik Bruins Slot enthousiast. Het is een project van verschillende overheden, vissers en natuuroroganisaties.
“Nederland staat bekend om de strijd tegen de natuur. Met de Vismigratierivier werken we niet alleen samen met de natuur, maar laten we de natuur voor ons werken.” Aan de Waddenkant komen de vissen via een kom naar de doorgang in de Afsluitdijk. Een belangrijke voorwaarde was dat er geen zout water het IJsselmeer inkomt. Dat wordt ondervangen door deuren die met eb door de waterdruk vanuit het IJsselmeer vanzelf opengaan en met opkomend tij weer sluiten. Wat aan de IJsselmeerkant ook helpt, is na eerst een estuarium, een zigzaggende rivier die de vissen verder leidt. Ze komen in steeds minder zout en uiteindelijk zoet water in het IJsselmeer. De rivier wordt zo aangelegd, dat vissen er kunnen schuilen voor predatoren en zelf kunnen bepalen wanneer ze de vismigratierivier verlaten. Er is ook plek voor recreatie en educatie. Langs de route komt een wandelpad, zelfs onder de Afsluitdijk door, met een kijkraam naar het water.
Slim
Het kiezen van de plek ging niet over één nacht ijs, vertelt Ben Griffioen. Er is onder meer onderzocht waar precies vissen zich nu ophouden voor ze door de spuw- of schutsluizen gaan en op welke diepte. “We kwamen er ook achter dat ze voornamelijk aan het begin en einde van het schutten door de sluizen gaan, wanneer de stroming het minst sterk is.” Zo kwamen de wetenschappers uit bij de locatie vlakbij het sluizencomplex van Kornwerderzand. Ben Griffioen: “Ook bij andere keuzes zijn we steeds uitgegaan van het gedrag van vissen.” Hij zit er niet over in dat ze de rivier zullen vinden. “Vissen zijn slim genoeg.”
Grootste ter wereld
Ondanks onderzoek en prognoses, zal het effect van de Vismigratierivier moeten blijken in de praktijk. Over drie jaar is hij klaar, is de verwachting. Bruins Slot en Griffioen kijken er naar uit en ook vele anderen kijken in spanning mee. Bruins Slot: “Er is veel internationale belangstelling; we hebben in de voorbereiding ook met buitenlandse partijen samengewerkt. Het wordt de grootste vismigratierivier ter wereld.”
Download hier de bijbehorende slideshow van Erik Bruins Slot