In het tweede deel van de workshop Zuidwestelijke Delta licht Christine Lammerts, programmamanager Staatsbosbeheer, het natuurwinstplan Grevelingen toe. In dit Zuid-Hollandse deel van de Nederlandse delta, waar enkele grote Europese rivieren en de Noordzee samenkomen, ligt sinds de aanleg van de Deltawerken het afgedamde Grevelingenmeer. Sinds de afsluiting van de Grevelingendam (1965) en Brouwersdam (1971) is dit het grootste zoutwatermeer in Europa. Het gebied, met een oppervlakte van 13.872 ha. is aangemerkt als beschermd Natura 2000-gebied, maar is het met name in gebruik voor watersport en andere recreatie. Het zoutgehalte van het meer wordt op peil gehouden een doorlaatsluis in de Brouwersdam, waarmee zeewater ingelaten wordt.
Hoewel aan de randen van het meer bijzondere landnatuur is te vinden, is het Grevelingenmeer de laatste tijd vooral negatief in het nieuws. Doordat in het voormalige estuarium geen getijdenstroming meer is, mengt het warme water aan de oppervlakte niet meer koudere diepere water. Daardoor komt er geen zuurstof meer op een diepte van tien meter of meer. De zeedieren gaan dood en de bodem raakt bezaaid met dode wormen, zeeanemonen, schelpdieren en krabben.
Levenloosheid
Om het probleem van deze ‘ecologische levenloosheid’ aan te pakken, heeft Staatsbosbeheer met een coalitie van drie ministeries, twee provincies, twee gemeenten en Rijkswaterstaat het Natuurwinstplan Grevelingen bedacht. Een plan dat in oktober 2016 ontstond, in 2018 is gestart door in gesprek te gaan met bewoners en stakeholders en inmiddels, met steun en middelen van de minister van LNV, eind 2022 in uitvoering gaat.
Kern van het plan is het terugbrengen van (gedempt) getij in het Grevelingenmeer. Door herstel van het intergetijdengebied en verbetering van de zuurstofhuishouding kan het bodemleven in de diepere delen van het meer zich herstellen wat weer goed is voor gehele voedselketen. Dit gebeurt door het bouwen van een doorlaat met 13 spuikokers in de Brouwersdam. Met dit regelsysteem wordt het meerpeil eerst met zo’n 30 cm. verhoogt waardoor er een grotere golfslag ontstaan (ca. 40 cm.) ontstaat en kan het getij weer jaarrond zijn dynamische invloed kan doen gelden.
Maar er is ook een keerzijde aan dit plan. De getijdewerking heeft tegelijk deels negatieve effecten voor de natuur op de buitendijkse terreinen langs het meer, zoals habitattypen en planten die afhankelijk zijn van zoet grondwater. En het zijn juist de randen van het meer die door bewoners en recreanten erg gewaardeerd worden. Bovendien weten ook veel kustbroedvogels ze te vinden.
Integrale aanpak
Om te voorkomen dat deze botsende belangen leiden tot eindeloze (rechts)procedures staat Christine Lammerts c.s. van meet af aan een integrale aanpak voor ogen. Geen eenzijdige aanpak met een kwantitatieve focus op (land)natuur, maar juist ook kijken naar verbetering van de connectiviteit onder water, waterkwaliteit, waterveiligheid, recreatie, landbouw, visserij, energie, innovatie en klimaatadaptatie door het systeem mee te laten groeien met de zeespiegelstijging. En in plaats van enkel richten op specifieke habitats en soorten, zoals dat nu vaak gebeurt, sturen op condities voor natuurlijke processen.
Dit spanningsveld van ecologie, veiligheid en economie heeft geleid tot het Natuurwinstplan Grevelingen; een plan dat de rode lijntjes oprekt, ook naar de verre toekomst kijkt, veel ruimte geeft voor het proces en voor alle betrokken stakeholders winst moet opleveren. In plaats van heel erg in gebiedjes naar soorten en habitats te kijken, wil Christine uitzoomen. Naast de flyways ook de swimways aandacht geven, de connectiviteit richting Volkerak en de verderop gelegen Biesbosch meenemen, overgangen creëren naar omliggende polders, kreken en binnendijkse wateren om daarmee de natuurlijke processen te herstellen. Zo willen we bouwen aan een robuuster natuurlijk systeem voor de langere termijn. “Maar”, zo bedrukt Christine: “met oog voor en inbreng van de bewoners, landbouw, recreatie en andere stakeholders in het gebied. Want het draait allemaal om vertrouwen over en weer en het zoeken naar balans en consensus.”
Staatsbosbeheer werkt in opdracht van het Ministerie van LNV. Het project wordt gefinancierd vanuit LIFE IP, met cofinanciering vanuit verschillende overheden zoals het Ministerie van LNV, Provincie Zeeland, Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer. Het natuurwinst-denken, vertelt Christine Lammerts niet zonder trots, is inmiddels door het Ministerie van LNV geadopteerd en is ook binnen het Programma Aanpak Grotere Wateren (PAGW) geïntroduceerd, waaronder ook de Waddenzee en het IJsselmeer vallen.
Hoe gaan jullie dat dat meten en monitoren, wordt er gevraagd. “Ook dat doen we niet door op de millimeter te kijken naar geïsoleerde soorten. De natuur werkt nu eenmaal in systemen. Daarom nemen we de tijd (eerst 10 jaar) en starten we verschillende pilotprojecten en experimenten om de effecten van getijde op de natuur te kunnen vaststellen. Zo creëren of vergroten we een aantal vogeleilanden en inventariseren we de effecten van de herintroductie van getij voor de onder- en bovenwaternatuur. Samen met onze partners kijken we welke programma’s en projecten er lopen en hoe die (beter) op elkaar afgestemd kunnen worden. Met al die kennis en ervaring kunnen we de ecologie nu en straks beter volgen en begrijpen, en uiteindelijk een goed onderbouwde afweging maken tussen beschermen, beleven en benutten in de Grevelingen.”
Wat betekent dat juridisch, gezien jullie werken in een Natura 2000-gebied? “Vanuit die invalshoek wordt er absoluut naar ons gekeken”, zegt Christine: “want het oprekken van de rode lijntjes heeft zeker de nodige juridische haken en ogen. Op dat vlak zijn we al met beleidsmedewerkers en juristen bezig: wat betekent dit nou? Hoe zijn we tot deze Natura-2000 systematiek gekomen? Wat mag je wel en niet doen? Hadden we iets anders kunnen doen? We hebben ecologen en juristen van betrokken ministeries en andere organisaties gevraagd om mee te denken over wat de mogelijkheden zijn als je verder kijkt dan wat er nu is. Hoe ziet het plaatje er bijvoorbeeld in 2050 uit? En wat betekent dat?”
In hoeverre zijn jullie daarmee koploper in de Europese Unie? “Het Natuurwinstplan Grevelingen is dat zeker. Maar we hebben al wel de nodige gesprekken gehad met de Europese Commissie en die staat hier positief in. Ze beseffen dat de huidige statische juridische aanpak naar de toekomst wel eens geen stand zou kunnen houden en vinden onze gedachtegang interessant. Maar dan moet ons verhaal wel kloppen, zo kregen we als advies mee.”
Christine Lammerts bedankt moderator Michiel Firet en alle deelnemers aan de workshop voor hun aandacht en inbreng. Zelf neemt ze het advies mee dat het Grevelingenverhaal aansprekender kan worden verteld. En helder en aansprekend verhaal, zoals dat van de Vismigratierivier en Marker Wadden, draagt bij tot bewustwording en draagvlak bij een groter publiek. Het verhaal is nu nog te vaktechnisch vooral voor insiders.